LEIDRAAD Voetbaltornooi ZVW
1.Dit tornooi wordt gespeeld onder de reglementen van de Vlaamse Minivoetbalbond. Bij iedere betwisting zal de dienstdoende scheidsrechter het geschil beslechten.
2.Alle wedstrijden worden gespeeld achter de serviceflats van rusthuis Molenkouter te Wichelen.
Alle clubs dienen zich minimum (!) 20 minuten voor aanvang van de wedstrijd te melden bij de scheidsrechter. Wij wensen alle deelnemende ploegen erop te wijzen het scheidsrechtersblad correct, volledig en op tijd in te vullen, dit om de ongevallenverzekering te garanderen. Bij het niet vermelden van de naam en geboortedatum kan de organisatie dan ook geen verzekering garanderen.
3.Alle poulewedstrijden worden gespeeld over een tijdsduur van twee maal 10 minuten en de plaatsingsmatchen duren twee maal 15 minuten.
4.Alle wedstrijden worden 4 tegen 4 gespeeld met mini-voetbalgoalen (dus zonder doelman). Het spreekt voor zich dat elke speler slecht voor 1 ploeg mag uitkomen gedurende het tornooi. Een inbreuk op deze regel heeft een 10-0 forfaitnederlaag tot gevolg én de schorsing van de speler.
5.Bij gelijke stand in het eindklassement zullen volgende regels in volgorde van opsomming doorslaggevend zijn: 1)uitslag van het onderling duel, 2)doelpuntensaldo, 3)gemaakte doelpunten. Wanneer de stand nog steeds gelijk blijkt te zijn, zal er een schepcornerreeks volgen.
6.Alle deelnemende ploegen ontvangen een trofee na de laatste wedstrijd van het tornooi.
7.Respecteer de tegenstander en scheidsrechter, hij is immers ook maar een mens die dit doet voor zijn plezier.
8.Elke ploeg zorgt voor 1 wedstrijdbal.
9.Wanneer je uitgesloten wordt (rode kaart), betekent dit dat je geschorst wordt voor de rest van het tornooi. In die wedstrijd mag de geschorste speler niet vervangen worden. Wie een gele kaart krijgt mag niet meer aantreden gedurende de wedstrijd, maar mag wel vervangen worden.
10.Een sliding mag in geen geval. Een hieltje mag geen gevaar betekenen voor de tegenstander.
11.Als de bal over de zijlijn is gegaan, wordt er een intrap gegeven. Een intrap mag niet rechtstreeks op doel getrapt worden. Hoekschoppen worden niet gegeven. Na 3 corners wordt een schepcorner gegeven. Men legt de bal naar -keuze- links of rechts op het hoekschoppunt. Hierbij tracht men de bal in doel te koppen vanachter de baklijn. Tijdens en na het koppen moet men buiten het strafschopgebied blijven tot de bal de doellijn overschreden heeft. Het aantal stappen die men bij het nemen van een schepcorner zet is onbeperkt.
12.Een strafschop wordt getrapt van op de middenstip naar een lege goal.
13.Bij een gelijkspel tijdens de plaatsingsmatch volgt er een schepcornerreeks. Er worden 5 schepcorners gegeven per ploeg. De lobber mag steeds dezelfde persoon zijn, wie kopt moet 5 maal een verschillend persoon zijn. Bij een gelijke stand na 5 corners doet men beurtelings door tot er een winnaar is.
Hetzelfde systeem zoals hiervoor beschreven blijft daarbij gehandhaafd.
14.Wanneer een bal over de achterlijn is geweest en er geen schepcorner op volgt, moet de bal in het strafschopgebied stil liggen en kan men het spel hervatten. Na een doelpunt wordt de bal eveneens in het spel gebracht vanuit je eigen strafschopgebied. Bij het begin van een uittrap na een doelpunt, moet iedereen eerst op zijn eigen helft staan.
15.Het is verboden om contact te hebben met het doelkader.
16.Iedere ploeg voorziet een reservetenue.
17.Voor de wedstrijden worden enkel sportschoenen toegelaten. De aard van de zool (plat of met studs) is zelf te bepalen.
18.Om technische redenen zullen er geen douches ter beschikking kunnen worden gesteld van de ploegen.
19.Bij extreme weersomstandigheden beslist de organisatie over het verdere verloop van het tornooi.
Wij wensen alle ploegen een succesvol tornooi toe!